Workshop ‘Studeren en werken met autisme’.

Camouflage

Tijdens mijn studie heb ik me, als ik er nu op terugkijk, eigenlijk vaak eenzaam gevoeld. Ik wist niet wie ik was en wie ik moest zijn. Mijn ‘oplossing’ daarvoor was me voordoen als vlotte en humoristische vrouw, wat echter geen diepgaande contacten opleverde. Werd vaak benaderd om in besturen te komen… Maar als ik ’s avonds alleen thuis was ging mijn masker af en was ik alleen met mijn ‘gedachten’.

Ik werd dank zij mijn uiterlijke presentatie meestal wel een baan aangenomen.

Maar in bijna al mijn functies werd ik tijdens de proeftijd aangesproken op mijn functioneren: men vond dat ik mijn best deed. Ik deed ook niets verkeerd, maar er miste iets. Dat ‘iets’ werd geïllustreerd met dat ik me gedroeg als een hond die zijn plekje in de mand maar niet kon vinden en maar rondjes bleef draaien. Ik kreeg het grote beeld niet te pakken. Maar ik kreeg nog een kans…

Coaching

Tijdens mijn loopbaan heb ik verschillende vormen van begeleiding gehad. Ik werd uitgenodigd deel te nemen aan trainingen, kreeg aparte functioneringsgesprekken met mijn leidinggevende, heb een tamelijk intensief coachingstraject doorlopen. Maar deze werkten niet omdat mijn belemmeringen in de omgang met mijn collega’s bleven doorwerken. Ik begreep toen nog niet waardoor dat kwam maar het leverde mij wel het gevoel op dat ik weer faalde.

Dit traject liep geheel parallel aan mijn lange weg door de GGZ: diverse behandelingen gehad maar niets hielp echt. Tot aan de ontroerende bevestiging dat ik Asperger had. Alles viel op zijn plek en vanaf toen kon ik aan de opbouw beginnen!

Terugblik

Nu ik sinds een jaar of 10 weet dat ik Asperger heb, ben ik een vurig pleitbezorger van tijdige diagnostiek! Bij vroege herkenning, gevolgd door acceptatie en het vinden van compensatiemechanismen kan iemand met autisme het leven beter vieren met de dingen die hij goed kan en deze verder ontplooien. En zich gelukkiger voelen!

Ook bij mij manifesteerde het ASS zich via een mix tussen sterke en zwakke kanten. Door mijn ASS kon ik, als overleving misschien, mijn sterke kanten versterken. Die vormden dan ook de ‘dimensie’ waarop mijn collega’s mij inschatten. Mijn sterke kanten maken dat de zwakkere kanten niet snel gezien worden. En als ze al gezien worden en men trekt daar consequenties uit, dan heb ik zelf de frustratie van e.e.a. doordat ik dan zelf de sterke kanten wegvaag. Als ze niet in de schijnwerper staan, bestaan ze niet. En dat neem ik mezelf en de ander kwalijk. En dat heeft weer met mijn zwakke zelfgevoel te maken. Maar dat is een onderwerp voor een andere bijeenkomst….

Als ik nadenk wat mij optimaal zou zijn geweest, dan worstel ik met de vraag wat er nu precies met het autisme te maken heeft en wat niet. Ik ben veel te laat gediagnosticeerd en heb daardoor de nodige frustraties opgelopen. Ik heb uiteindelijk veel baat gehad bij de cognitieve gedragstherapie maar pas nadat bij mij de diagnose was gesteld, erkend en geaccepteerd (…). Daardoor kan ik de beperkingen die ik heb ten gevolge van het autisme (of die een uiting zijn van mijn autisme) nu veel beter accepteren. Tijdens mijn werkzame leven ‘trapte’ ik er iedere keer weer in omdat niemand door had waar het fout ging. Had ik dat maar eerder geweten….

naar pag 4/Samenvattend