Workshop ‘Studeren en werken met autisme’.

Samenvattend

Autisme op zich hoeft niet het probleem te zijn; wel de herkenning en erkenning ervan, gepaard aan begrip van de omgeving voor de mensen voor wie het autisme een (zichtbare maar ook onzichtbare) beperking met bijbehorende lijdensdruk met zich meebrengt en die graag geholpen worden bij het ‘dealen met’ de beperkingen.

Wat kan helpen is ondersteuning bij het zoeken naar passende copingmechanismen. Zoals: een alternatief voor kantoortuinen vinden, vergadervoorzitters een taak geven als ‘mediator’ zodat de collega met ASS een ‘hapklare’ vraag krijgt en tijd om een reactie te bedenken. Ook kan het laten uitschrijven van reacties helpen. Bied zoveel mogelijk structuur in een werkomgeving en in het takenpakket. Ga in functiewaarderingen af op het denkniveau dat iemand bezit en bezie de takenvoorkeur en -uitvoering binnen de context daarvan.

Ik eindig met een oproep:

Ik zie openingen voor optimalisering van studie- en werkomgevingen voor mensen met autisme in het alert maken van professionals in deze sectoren (bijv. decanen en  bedrijfsartsen!) d.m.v. specifieke training op het gebied van autisme. Het ‘label’ autisme verwijst naar een scala aan zichtbare en onzichtbare uitingsvormen, waardoor een cursus over de theorie  geen zin heeft zonder de nodige ‘ervaring’ en ‘feeling’ ermee. Dit is zeker ook het geval bij ‘verborgen’ autisme (niet uit de kast durven komen).

En bij dit laatste zouden ‘autisme-ambassadeurs’ (ervaringsdeskundigen) als verlengde ‘voelsprieten’ een belangrijke rol kunnen spelen. Zoals de oprichter ervan, Diederik Weve, al in 2014 schreef: “De ideale ambassadeur is iemand tegen wie je achteraf zegt: ‘Als je het niet had verteld, had ik nooit gedacht dat jij autisme hebt.’ Zo iemand is een positief rolmodel, zeker ook voor mensen die hun diagnose nu nog (niet weten of) angstvallig geheim houden.”.


terug naar presentaties