Afvoerput

Tja, en daar zit je dan: nu alle publiciteit rondom mijn interview en website weer weg-ebt, zit ik met lege handen. Ik had me erop voorbereid maar, zoals ik al vaker heb geschreven, autisme valt je zo nu en dan in de rug aan. Het bespringt me op manieren en in situaties die ik na enig gepieker wel weer kan plaatsen, maar het neemt niet weg dat autisme een hinderlijk en levenslang lot is beschoren.
Het gaat erom hoe je ermee omgaat.

Zoals mijn therapeut mij aanraadde om te doen als ik weer eens diep in mijn eigen put zat: laat het los, laat je meevoeren en dan kom je er vanzelf wel weer uit. Hij illustreerde dit als volgt:

Laat je maar in die put vallen…

Door deze stemming gewoon over me heen te laten komen en me er niet tegen te verzetten, zou ik er vanzelf wel weer uitkomen. Maar juist dat omhoog klauteren langs de glibberige randen van die put roept die weerstand op: de situatie waardoor ik me juist lullig voel, wordt er niet door opgelost… Nee, zegt therapeut, je moet ook niet omhoog willen klauteren. Je komt vanzelf wel weer boven drijven. Hoe meer je je tegen die stemming verzet, hoe langer dat bovendrijven duurt!

Die situatie en datgene wat me vanuit mijn autisme in de rug lijkt aan te vallen, is de ervaren leegheid. Nu ik geen uitdagende website aan het ontwikkelen ben, er geen interview in de planning staat of ik anderszins kan schitteren, en bovendien mijn lieve huisgenoot Loesje ben verloren val ik in een diep leeg donker gat. Het was ook wel veel tegelijk…
Het heeft ook te maken met de fase waarin ik nu zit: er komen reacties op mijn uitingen, of juist niet. Mensen reageren bovendien wel of juist niet op WhatsApps die ik stuur. Ik word daar zo verschrikkelijk onzeker van en daarbij komt dat lege hulsgevoel, dat ik in het verleden al aangaf voordat ik wist dat ik autisme had, overvalt me dan toch weer.

Als ik erover nadenk wat, bijvoorbeeld, het uitblijven van een reactie op een WhatsApp van mij kan betekenen, dan kom ik daar niet uit. Ik ga dan door: wat zijn eigenlijk de kenmerken van een goede vriendschap? Wat ‘hebben’ mensen dan met elkaar behalve dat je elkaars wel & wee uitwisselt, elkaar (soms) met raad & daad bijstaat en samen dingen doet? Is er eigenlijk nog een ander ‘bindmiddel’ dan de dingen die ik noemde? Ja, je moet bij iemand een soort ‘soulmate’ ervaren. Die is er of je nu fysiek bij elkaar bent, of niet. Ik heb behoefte aan een vriend(in) met wie ik op vergelijkbare golflengte verkeer wat belangstelling en stijl van leven betreft. Maar die zijn heel moeilijk te vinden. Ik heb enkele vrienden voor het leven die daar in de buurt komen; daar ben ik heel blij mee en die koester ik ook. Maar ze wonen – op één na – allemaal ver weg. Echter, hun laten delen in de donkere krochten van mijn sombere stemmingen; nee dat gebeurt zelden of nooit. En als het al gebeurt, is het schriftelijk. Net zoals nu, eigenlijk. Alleen heb ik nu een groep anonieme gesprekspartners… die hebben ook hun voordelen (?).
Terug naar uitblijvende reacties: wat betekenen deze? Zeggen deze mij iets over mij en hoe men mij ziet? Of is het gewoon een kenmerk van de ander? Of een specifieke situatie waardoor men geen tijd/aandacht heeft of dat men niet weet dat er een antwoord verwacht wordt? Ik reageer zelf altijd. Al is het maar met een emoticon.

Ik heb altijd wat tijd nodig om dit allemaal te verwerken en uiteindelijk te accepteren. Nico heeft gelijk: ik moet juist niet proberen om tegen die glibberige wanden van mijn put op te klimmen. Ik moet mijn valkuilen onder ogen durven te zien, ze erkennen als inherent onderdeel van mij en er dus ‘oplossingen’ voor zien te vinden.
In zo’n stemming wil ik eigenlijk het liefste niemand zien of onder ogen komen. Ik merk direct dat ik mij tijdens de noodzakelijke boodschappen onhandig gedraag en begin dan een soort van te stotteren. Ik weet dan vaak mijn woorden niet te vinden, zowel uit mijn geheugen als in mijn motoriek. Ik merk dat zelf, anderen misschien niet? En als ik onvermijdelijk toch iemand anders onder ogen kom, dan ben ik de vrolijke en goedlachse Annemiek weer. Maar ondertussen klinkt de song van Maan: ‘Ze lacht maar ze huilt’ weer op de achtergrond mee. Ik zoek geen vrienden op om mijn stemming mee te delen, want ik ben bang dat ze me dan niet meer leuk of aardig vinden. Ik zou ook niet weten hoe ik zo’n stemming moet delen …

Wat ik op een gegeven moment ga doen, is proberen om haakjes te slaan in een nieuwe uitdaging. Dat doe ik door bijvoorbeeld mijn hulp aan anderen aan te bieden (meedenken over een nieuwe website) of bij mijn vrijwilligerswerk (dat nu toevallig ook wat stil ligt). Natuurlijk krijg ik dan een reactie waarmee men aangeeft dat ze mijn aanbod waarderen of sterker nog dat ik een lieve vrouw ben … Of ik maak gezellige afspraken; daar kan ik dan weer naar uitkijken. Zo kom ik langzaam …. héél langzaam … weer een beetje uit de put. Geleidelijk wordt achter die tunnel, de overkant weer zichtbaar. En voor die lege huls bestaan de zegeltjes, maar in welke kast heb ik die nu weer opgeborgen?

Er komt een eind aan die tunnel …

terug naar blogs