Presentatie MEE-Academie Noord – voor reïntegratiemedewerkers van gemeenten

Op 25 april 2024 hield ik een presentatie voor de MEE-Academie Noord. Deze keer over opleiding, werk en autisme. Een voor mij tamelijk ‘vers’ onderwerp; ik heb ooit als invaller een tamelijk spontane presentatie met het accent op mijn studietijd gehouden. Daarvan kon ik uiteraard dankbaar gebruik maken. Het boeiende vind ik zelf dat ik tijdens mijn betaalde carrière nog geen weet had van mijn autisme. Dat werd pas na mijn pensioen duidelijk. Vanaf dat moment heb ik mij gestort op vrijwilligerswerk, met name in de wereld van autisme omdat ik daarin mijn grote uitdaging vond: ‘autisme van binnen naar buiten brengen’!

Hoewel ik al lang en breed met pensioen ben, doe ik natuurlijk nog steeds ervaringen op in de uitvoering van dat vrijwilligerswerk. Mijn werkhouding is nooit veranderd, mijn inzichten in mezelf en de rol van mijn autisme daarbinnen natuurlijk wel. Ik blijf leren!

Experiment: een verhaal zonder uitgeschreven tekst!

Het was ook een experiment voor mij: de eerste keer zonder uitgeschreven tekst. Aan de hand van een PowerPoint-presentatie deed ik mijn verhaal, waarbij ook spontane uitwisseling van vragen en reacties ruimte kregen.

Terugblik

Om te beginnen: het presenteren zonder uitgeschreven tekst beviel mij goed, ik was veel flexibeler. Omdat ik kennelijk niet goed had opgelet, bleek de beschikbare tijd ook minder dan ik had verwacht. Door met dia’s te werken kun je eenvoudiger versnellen als dat moet, en dat ging goed.

Ik presenteerde een zo compleet mogelijk verhaal over de relatie leren, werken en autisme, met daarbij in het achterhoofd dat ik de diagnose pas na mijn (betaalde) carrière ontving. Autisme had ik natuurlijk al wel, en dat sijpelt door mijn hele leven heen, soms duidelijker dan op andere momenten of situaties.

Grenzen herkennen, erkennen en naleven

Een van de kernpunten bij dit onderwerp vind ik het herkennen, erkennen en delen van mijn grenzen. Ik ben daar slecht in en ben ook bang om de sympathie te verliezen als ik stop zeg bij bepaalde activiteiten. Soms heeft die grens te maken met de aard of inhoud van hetgeen van mij wordt verwacht maar soms ook met ‘gewone’ drukte. Ik wil mijn inzet als vrijwilliger ook graag kunnen doen zonder aandacht en (liefst ruime) tijd te verliezen voor eigen dingen (zoals de boodschappen, de tuin, de poets of gewoon een boekje lezen of een potje tennis kijken op tv). Het liefste heb ik voor ‘iets’ ruim de tijd; een half uurtje dit en dan weer dat bevalt mij slecht. De aan-/uitknop werkt bij mij traag …
Ik voel me onzeker over de normen voor kiezen voor dingen voor mezelf. Rationeel weet ik dat dat mag en zelfs heel goed is, maar toch. Ik ben bang erdoor afgewezen te worden.

‘Piekerloops’

Situaties waarin ik vind dat ik keuzen moet maken, leveren mij veel stress op. Ik blijf maar piekeren over wat ik wil en mag en vooral ook hoe ik mijn keuze daarin aangeef aan een collega. Dergelijke onzekerheden houden mij letterlijk uit mijn slaap: ik blijf maar in kringetjes rondpiekeren en hoe ik ook mij best doe om dat gepieker te stoppen, de gedachten ‘poppen’ telkens weer op. Dus: grenzen bewaken is voor mij moeilijker dan je denkt.
Ik heb zoiets ook bij gewone sociale contacten waarbinnen iemand anders doet dan ik zou doen en daarmee over mijn voorkeursgrenzen gaat. Voorbeeld is dat ik een stijl heb van vragen wanneer iemand tijd heeft om iets voor mij te doen (een tuinman o.i.d.). Een buurvrouw wilde dat voor haarzelf ook weten, maar zij vraagt dan of hij woensdag of donderdag kan komen. En dat is een totaal andere stijl en dat doorkruist mijn plannen en mijn grenzen (wij zijn beiden van dezelfde hulp afhankelijk omdat we naast elkaar wonen) en net die dagen kwamen mij slecht uit. Door die directe vraag werd buiten mij om besloten dat de man op woensdag kwam. Ik moest me dus aanpassen. Ik voel me dan zo niet gezien en erkend als medebelanghebbende, dat ik daarvan letterlijk wakker lig. Ben ik nou zo stroef? Doe ik het verkeerd en moet ik dat gewoon accepteren of het bespreken resp. ertegen ingaan? Vroeger deed ik het laatste en dat leverde mij vaak door onhandigheid (ik schiet dan in de verdediging) conflicten op met betrokken buurvrouw.

Overvraging

Dit hangt samen met het niet herkennen laat staan durven aangeven van grenzen. Ik camoufleer veel en lijk over onuitputtelijke energie te beschikken. Ook voor mezelf trouwens; ik word pas heel recent geconfronteerd met mijn eigen grenzen door me soms uitgeblust te voelen. Dat is wel nieuw voor me. Eerder stoomde ik ‘gewoon’ door. En dat vind ik moeilijk te accepteren. Daarvoor hoeft er maar een kleine tegenslag te gebeuren en dan gaat het vlammetje uit. Maar, als ik niet uitkijk, gaat dat verder en beland ik in een echte burnout. Dat wil ik uiteraard ook weer niet. En ik heb daarbij geen ‘bescherming’ van bijvoorbeeld een bedrijfsarts. En om met klachten over een te kleine waakvlam naar de huisarts te gaan, vind ik nou ook zowat. Ik moet het dus alleen doen. Uitleggen waar mijn grenzen liggen en wanneer ik daar tegenaan loop, kan ik ook niet goed.

Luisteren naar de onderbuik

Natuurlijk is dit verhaal niet compleet, er valt nog veel meer te vertellen, maar ik beperkt me nu toch even tot deze punten. Centraal bij alles staat een langdurig proces waarin ik me een attitude moet eigen maken waarin ik dicht bij mezelf blijf. Daar moet ik mijn basis vinden maar ook het kompas voor al mijn beslissingen over grenzen tegenkomen en ze niet over gaan. Trouw blijven aan mijn eigen onderbuik is de beste basis. Maar dat is een hele uitdaging!

Presentatie

De PowerPoint-presentatie vind je hier.

Bovenstaande foto gedownload van Pixabay


Terug naar HOME