Boven deze blog staat een helikopter omdat ik hier een poging wil doen om mijn autisme op afstand te overzien in samenhang met andere ‘persoonlijke kwaliteiten’.
In een presentatie uit 2015 over autisme en comorbiditeit stelde ik o.a. aan de orde wat er precies onder het begrip ‘comorbiditeit’ verstaan zou moeten worden. Direct vroeg ik mij daarbij al af wat dat precies zou moeten zijn: iets dat (puur statistisch) samenhangt met autisme (bijv. slecht slapen), iets dat er een gevolg van is (gebrekkig zelfbeeld) of juist iets dat er de zichtbare kenmerken van zijn (zoals trage informatieverwerking)…
Ik blijf mij, ook nu ik toch al een heleboel vanuit mijn leven met en eerst zonder autisme op een rijtje heb gezet, afvragen wat er in mijn gedrag, beleving, ervaringen enz. nu echt door mijn autisme komt of er een gevolg van is? Of gewoon (al dan niet neurotische) persoonlijkheidskenmerken van mij zijn, die op zich los staan van mijn autisme maar de manifestaties ervan bij mij wel hebben kunnen beïnvloeden. In een soort helikopterview wil ik dus een poging wagen om deze knoop een beetje te ontwarren.
Is bijvoorbeeld mijn zelfbeeld zo laag doordat ik ten gevolgde van mijn autisme niet goed in staat ben om het gedrag van anderen en mijzelf te ‘lezen’ en daardoor weinig verbinding met mezelf ervaar? Staat hier autisme gelijk aan gebrekkige verbinding ervaren?
Hoe meer mensen – vooral vrouwen – met autisme ik ontmoet, hoe duidelijker het mij wordt dat we allemaal zo ongelofelijk van elkaar verschillen! Ja, er zijn enkele algemeen herkenbare ervaringen, die wij zelf dan toeschrijven aan ons autisme. Maar ook zoveel verschillen!
Als een ‘collega-autivrouw’ zichzelf laat zien als een sterke persoonlijkheid, dan valt dat mij direct op. Ik kom vrouwen tegen die zich wel assertief lijken te bewegen in allerlei fora en bijeenkomsten. Dat brengt mij aan het twijfelen of het bij mij wel mijn autisme is dat maakt dat ik mijzelf altijd op de achtergrond houd. Ik wil wel een presentatie houden, maar dan ben ik op zo’n moment de enige, heb een duidelijke rol op dat moment en ik heb geen ‘rivaliteit’. Ik ervaar dat zo; ben nog volop bezig om te onderzoeken waar dat door komt en wat ik daartegen kan doen. Ik ‘duik’ dan gelijk onder of achter de coulissen.
Natuurlijk weet ik ook dat zo’n uiterlijke vertoning misschien ver afstaat van wat de betreffende ‘sterke’ vrouw zelf ervaart… en dat zou juist weer wél op autistisch camoufleren kunnen duiden. Maar daar vraag je niet naar, natuurlijk. Hooguit in een intieme setting.
Zo betwijfel ik tegenwoordig ook of het door mijn autisme komt dat ik niet als ‘setje’ door het leven ben gegaan met eventueel kinderen. Ik ben nooit verder gekomen dan relaties ‘op afstand’ zoals dat heet. Als ik dan zie/lees dat veel vrouwen, dis ik als partner in ‘auticrime’ zie, toch wel vaak een vaste relatie hebben kunnen ontwikkelen. Ik vond het een acceptabele gedachte om dit gemis aan mijn autisme te kunnen wijten. Nu ik veel verder met mezelf ben gekomen, en me zoals gezegd als een completer mens wil presenteren, ervaar ik dit als een gemiste kans: ik kan wel degelijk ook een leuke en boeiende levenspartner zijn! In sombere buien zie ik dit als een falen, maar het kan natuurlijk ook ‘gewoon’ een soort van toeval zijn. Of ik deed te weinig moeite (zoals mijn therapeut wel eens zei..)
Terugkerend naar mijzelf, ik zie heel duidelijk verschil tussen ‘kwaliteiten’ die ik ten gevolge van autisme heb ontwikkeld en kwaliteiten die een uiting zijn van mijn autisme: daaraan kan ik mijn autisme illustreren. Met de eerste groep bedoel ik gedrag dat een causale relatie heeft met mijn autisme. De tweede groep is eerder een gelijktijdigheid: het is mijn autisme.
Om met dit laatste te beginnen: waarin/hoe uit zich mijn autisme.
Voorbeelden:
Mijn autisme manifesteert zich o.a. in een trage informatieverwerking. Ik merk dat bij het volgen van ondertiteling bij films op de tv of bij het volgen van discussies in groepen.
Ik ben niet altijd tactisch afgestemd op anderen waar het gaat om sociale (ongestructureerde) contacten. Ik verwacht veel van anderen, wil ze laten zijn/doen zoals ik zelf zou doen. Knap normatief, dus. Bijvoorbeeld: als een vriendin geen sorry zegt als ze iets onhandigs heeft gedaan dan kan ik me daar vreselijk over opwinden. Of als – zoals nu met die corona – jonge toeristen geen afstand van me houden bij de buurtsuper. Ik kan daar vreselijk sjaggerijning en boos om worden. Voel me dan een ‘grumpy old woman’ doordat het me confronteert met het oudere zijn. Terwijl dat geen enkele zin heeft …
Een gevolg van mijn autisme is bijvoorbeeld mijn negatieve zelfbeeld. Ik heb dat ontwikkeld, denk ik, ten gevolge van het ontbreken van antennes voor gedrag in mijn omgeving (dit is autisme), begreep ik situaties en gedragingen van anderen vaak slecht. Aan de andere kant had ik ook geen beeld van hoe anderen mij zagen (heb ik nog steeds, trouwens).
Mijn zelfbeeld probeerde ik te toetsen aan anderen door te kijken hoe de omgeving naar mijn idee tegen anderen aankeken. Als dat positief was, probeerde ik netzo te zijn/doen als die positief gewaardeerde ander (kopieergedrag). Dan zou ik ook positief gewaardeerd worden…
Maar daarachter schuilen tenminste 2 grote valkuilen:
1. klopt mijn waarneming van dat positieve label
2. klopt mijn verklaring voor dat positieve label
Gezien mijn gebrekkige antennes voor dergelijke inschattingen, is het antwoord al duidelijk. Tweemaal ‘nee’. Daardoor voldeed mijn ’toetsing’ dus ook niet. En dat is niet goed voor de ontwikkeling van een stabiel zelfbeeld. Dat blijft, evenals mijn waarneming van anderen, van elastiek.