Vanochtend zat er een Dagpauwoog in de kamer. Hij fladderde paniekerig tegen het raam, ik heb een groot glas gepakt en hem heelhuids gered. Gelukkig was hij gelijk in de tuin verdwenen en zag er gezond uit…
Het valt mij op dat je deze prachtige vlinders nu heel vaak ziet en dat ze zelfs ervoor kiezen om op mijn arm of been te landen, met de vleugels gespreid en hun prachtige ogen open, om van de zon te genieten.
Da gebeurde vanochtend ook en ik realiseerde mij dat ik me daardoor ‘gevleid’ voelde. En daarop doordenkende borrelde het gemis aan Loesje, mijn kat, weer op. Ik zag ineens een parallel met het missen van Loesje. Ze is nu ruim een week dood. Wat ik mis is ‘iemand’ die mij nodig heeft, voor wie ik kan zorgen en die naar mij toe komt als ze iets van mij wil. Nee, ze kwam weinig brengen maar, om eerlijk te zijn, gaf ze me wel veel: door haar afhankelijkheid en haar manier van kopjes halen, kreeg ik het gevoel dat we ‘wat hadden samen’. Ik schoot, toen ik me dat realiseerde, echt even vol.
Mis ik het ‘individu Loesje’ of gewoon een katachtige huisgenoot. Allebei. Loesje had enkele trekjes waardoor ik erg aan haar gehecht ben geraakt en die ik in die combinatie natuurlijk bij geen enkele andere kat zal terugvinden. Ze was mooi, helemaal grijs. Ze had een mooi profiel met een wipneusje en prachtige ogen waarmee ze me indringend aan kon kijken als ze iets van me wilde. Als ze zo keek dan wilde ik wel in die grote groene ogen verdrinken. Ze was eigengereid en soms kattig als ik (of iemand anders) naar haar gevoel te (snel) dichtbij kwam. Maar als ze naast mij op de bank haar kopjes en knuffels kwam halen, was het lange tijd goed. Ze was gezellig omdat ze er altijd was. En ze was er altijd bij als ik in de tuin aan het werk was. We gingen aan het eind van de middag gelijk eten, zij haar vaste brokjes of runderhart en ik was dan aan een stukje fruit toe.
Ik ga vast wel weer op zoek naar een nieuwe kat, heb intussen contact met een ‘datingsite’ voor huisdieren. Maar dat voelt nu nog een beetje als verraad.
Voorlopig houden de vlinders in de tuin mij gezelschap, en zó mooi was Loesje nou weer niet…