Relaties

Al een poosje loop ik te piekeren over hoe dat toch zit met relaties: wat is het cement waarmee je een goede relatie in stand houdt? Hoe ontstaat wederkerigheid? Wat maakt dat een relatie behouden blijft en wat doet deze stranden?

Een paar jaar geleden ben ik van de Randstad verhuisd naar Drenthe. Ik vond dat ik daar goede redenen voor had en deze hadden allemaal te maken met heftige confrontaties met eigen ziekte en dood van belangrijke mensen uit mijn omgeving en daaruit voortkomende ontwikkelingen binnen mijzelf: ik wilde opnieuw beginnen.

Ik kom er nu pas achter dat de continuïteit die ik samen met mijn Randstadvrienden had opgebouwd, in veel gevallen niet bestand blijkt tegen de aanzienlijk grotere geografische afstand die er nu is. Maar ook in nieuwe relaties loop ik aan tegen mijn gebrekkige antennes voor ‘hoe het zit’ en ‘wat ik kan / mag verwachten’ binnen zo’n relatie. Ik heb het in deze blog over vriendschappelijke relaties.

Ik ben al maanden bezig om relaties waar ik geen enkel perspectief in zie, af te bouwen. Een enkele uit de Randstad, maar ook enkele hier uit de omgeving. Ik ben alleen bang dat ik daar geen goed aan doe, niet voor mezelf maar ook niet voor ander(en). Ik heb het lidmaatschap van de sportvereniging opgezegd, hetzelfde geldt voor een bridgeclub. Ik zoek daar kennelijk iets dat deze niet te bieden hebben. Ik zoek gewoon nieuwe contacten om naast de sport gezellige activiteiten mee te doen, zoals tuinieren, fietsen, kletsen, terrasje, eten of borrelen. Ik denk dat er – ondanks mijn leeftijd van 70+ – toch wel mensen te vinden moeten zijn die hier nog belangstelling voor hebben? Ik laat nu corona even buiten beschouwing, hoewel dit hier wel invloed op heeft. Ook de winterperiode, helpt natuurlijk niet echt mee nu. Maar toch.

Mij valt wel op, en dat is iets dat ik helaas moet leren accepteren, dat ik tot een minderheid behoor van alleenstaanden zonder kinderen. De gesprekken met mensen die het vooral over hun kinderen en/of kleinkinderen hebben, zijn hier tamelijk dominant. Maar ik denk dan dat er toch meer is dan dat stuk van je leven? Of heb ik die behoefte/illusie alleen maar omdat ik ze zelf niet heb?

Ik heb de overtuiging dat voor een goede, stabiele relatie, iets nodig is dat verbindt. Bij de ene vriendin is dat we het samen fijn vinden om ‘over het leven’ te praten en onze ervaringen met de fijne maar ook minder fijne kanten van het leven; ook het lezen van dezelfde boeken of lekker ‘psychologiseren’ vind ik leuk; ik ben niet zo op ‘dingen'(materie) gericht. Met een andere deel ik de belangstelling voor en opvattingen over maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. Met weer een ander deel ik mijn lol in tuinieren (al is dat bij mij iets van ‘ik doe maar wat’, maar het bloeit leuk). Ik realiseer me dat ik heel veel naar praatprogramma’s luister en kijk. Op die manier kom ik tot mijn ‘gesprekken’. Ik mis deze uitwisselingen in live situaties.

Maar wat bij mij persoonlijk bovenaan staat is de beleving van wederkerigheid: het gevoel en de overtuiging dat je er voor elkaar bent en ook actieve betrokkenheid toont en deelt. En in dat laatste wringt mijn schoen. Hoe ver kan ik daarin gaan? Ik voel me op dat punt heel karig bedeeld en ik weet niet hoe ik dat kan veranderen. Waar ik mij op mijn manier wel betrokken voel bij de ander, krijg ik daar weinig van terug. En daar kom ik weer mijn autisme tegen: mijn antennes voor wat in welke situatie met wie gepast is, voel ik kennelijk niet goed aan. En dan kan ik een dreun verwachten.

Onlangs nog, kwam ik heftig in aanvaring met iemand met wie ik dacht een redelijk goed contact te hebben, zij het wel via een gezamenlijk contact waar zij naast woont. Ik blijk me totaal verkeken te hebben op wat ik voor haar beteken: nl. helemaal niets. We organiseerden wel dingen met ons drieën en ik had al wat langer het gevoel dat er scheurtjes in de sfeer ontstonden. Ik dacht met mijn naïeve kop dat betreffende vrouw misschien een moeilijke periode door ging, maar ik heb dat niet gevraagd, omdat ik dat gewoon niet durfde. Mij viel wel op dat er nooit enige belangstelling getoond werd voor dingen die mij op dat moment in beslag namen, maar dat is een item waar ik vaker tegenaan loop en waarvan ik hoop dat ik geleidelijk kan leren om minder van anderen te verwachten. Ik kreeg ook het gevoel dat mijn belangstelling voor haar niet echt op prijs werd gesteld (ik kreeg daarop keurige maar afgepaste antwoorden).
Maar het stapelde zich op en kwam tot een conflict dat gewoon over iets praktisch begon. Het was stomweg een misverstand dat werd afgewikkeld via WhatsApp en dat is gevaarlijk, dat weet iedereen. Ik ook. Maar toch.

Mijn wrevel en opgestapelde gevoelens kwamen tot een uitbarsting en ik was toen zo stom om in zo’n felle uitwisseling ook nog te schrijven dat ik het jammer vond dat er geen enkele belangstelling werd getoond voor iets wat voor mij belangrijk was, nl. een nieuwe kat die ik zou halen. Toen waren de rapen gaar. Ik kreeg als reactie ‘kind, doe toch niet zo zielig‘! Dit heeft mij heel erg gekwetst en het houdt mij al een week bezig. Dat gaat me echt te ver, waaraan heb ik zo’n tekst verdiend? Voor mij staat het voor een afrekening voor al mijn geklungel met verwachtingen van anderen. Dat ik mijn persoonlijke normen opleg aan een ander. En dat zijn juist uitingen van mijn autisme! Ik snap het niet en zoek dan bevestiging. Hoe stom kun je zijn?

Nou kan je wel vergoelijkend zeggen dat zoiets in het heetst van de ‘strijd’ geschreven wordt, maar deze dame meent het. Dat werd mij later duidelijk doordat het gezamenlijke contact, mijn jeugdvriendin, bij mij op bezoek kwam en vertelde dat wij elkaar gewoon niet liggen. Ik kreeg verder geen informatie over wat en waarom. Ik heb ook niet aangedrongen om haar niet teveel in deze toestand te betrekken (dat wil zij, terecht, ook niet).
Wat mij zo in verwarring brengt is dat ik die vrouw wèl mag (ze is pittig en actief en komt met heel verrassende oplossingen voor praktische dingen) maar soms wel wat kort door de bocht (dat is vaker gebeurd) en dat ik geen idee heb van wat maakt dat ik haar dus kennelijk niet lig. Ik word daar heel onzeker van en wil dan het liefste helemaal geen contact meer want als ik geen handleiding heb voor wat ‘wij’ voor elkaar kunnen betekenen, dan wil ik kiezen voor de veilige optie van zekerheid. Dan maar niets, dus. Ik kan niet omgaan met onduidelijkheid. Maar het drukt wel mijn spontaniteit, ook in de relatie met de derde persoon. En dat laatste wil ik helemaal niet, want wij zijn al jaren vriendinnen…

Het andere wat mij wakker houdt, is dat ik niet weet wat ik dan mis in haar ogen. Ergens moet ik mij gevleid voelen omdat als ze mij niet mag, ik dan kennelijk in haar ogen een individu ben, een ego. En daar twijfel ik al mijn hele leven aan. Ik ben er nog lang niet uit, maar toevallig kwam ik via Instagram een zeer passend tekst tegen van Omdenken:

Hoe waar is dat? Het eerste waar ik aan moet denken, is dat ik mijzelf niet aardig vind. Ik kan ongelofelijk lomp doen, dat weet ik, maar altijd voel ik me achteraf daar heel ongemakkelijk over… Ik ben ook wel heel zelfkritisch, dat dan wel weer. Dat kan lang niet iedereen zeggen … Nu op zoek naar versterking van mijn positieve kwaliteiten, zoals mijn hartelijkheid, warme gastvrijheid en spontaniteit, maar dat is iets voor een volgende blog. Misschien moet ik toch maar hulp proberen te vinden, want met alleen mezelf blijft het ook tobben.

Om af te sluiten: ik heb wel weer een heel gezellige en mooie nieuwe huisgenoot, die de naam van mijn vorige prachtige kat ‘mag’ dragen: Baloe. Hier staat ‘ie:

Baloe

Over Baloe de tweede schrijft ik later wel meer.


Terug naar blogs