30 jaar geleden…

Vandaag is het 30 jaar geleden dat er een vliegtuig neerstortte op de Bijlmer. Terecht wordt daar via media en herdenkingen uitgebreid bij stilgestaan; er zijn veel slachtoffers die hier nog dagelijks aan worden herinnerd.

In scherp contrast daarmee staat, dat eveneens 30 jaar geleden, de mooiste en leukste week van mijn leven begon. Enkele hoogtepunten uit die week bedoel ik, want de maanden die eraan voorafgingen waren ook leuk en uitdagend. Door al deze aandacht voor de Bijlmerramp, word ik ook weer teruggevoerd naar die herinneringen waarover ik eigenlijk niet uitgepraat raak.

Het was de week waarin ik aan de Erasmus-Universiteit in Rotterdam promoveerde tot ‘doctor’. Dat vond plaats op 7 oktober, maar op 4 oktober was ik ’s avonds uitgenodigd bij mijn promotor en zijn echtgenote om te komen eten. Het was bij hen gebruikelijk om vlak voor de feitelijke promotie de promovendus feestelijk (en zeer smakelijk) te onthalen op een zorgvuldig samengesteld diner. Daar heb ik o.a. voor het eerst kennisgemaakt met macadamia noten 😉. Nadat we gezellig met ons drieën hadden getafeld, stapte ik in mijn auto om vanuit Amsterdam-Zuid terug te rijden naar Leiden waar ik toen woonde. Mijn autoradio staat altijd aan op radio 1 en die die begon gelijk met berichten over die vliegtuigramp. Ik direct mijn gastheer waarschuwen: zet de radio aan, want er is iets ergs gebeurd boven de Bijlmer. Meer wist ik toen ook nog niet. Tijdens de terugreis naar huis zag ik een rode gloed en rook ik kerosinedampen. Schokkend.

Ik zou een paar dagen later dus mijn geweldige dag vieren en heb nog geaarzeld of ik dat wel door kon laten gaan. Uiteindelijk toch maar gedaan.

Het werd de mooiste dag van mijn leven! Bij zo’n academische promotie word je ook ‘bijgestaan’ door twee paranimfen. Zij verzorgen je dag, héél veel daaromheen en staan letterlijk en figuurlijk naast je tijdens de verdediging van het proefschrift. De eerste dag van die week was 3 oktober: toen ging ik traditioneel ‘3 oktober’ vieren bij vrienden met haring & wittebrood en hutspot eten. Een van die vrienden, Hans, was ook een van mijn paranimfen. Op de dag voor mijn promotie ben ik bij Hans en zijn vrouw Paula uitgenodigd om als afleiding te komen eten en naar een ontspannende film te kijken. Maar ik was te onrustig om daar die avond lang te blijven.

De ochtend van mijn promotie mocht ik me niet teveel ‘optutten’ want ik werd eerst nog door de andere paranimf, Moniek, thuis opgehaald en verrast met een heerlijke lunch, samen met beide paranimfen. Een klein glaasje ‘champoepel’ erbij om wat te ontspannen. Daarna werd ik weer thuis gebracht om me alsnog op te tutten voor de verdere gebeurtenissen. Met de auto werd ik vervolgens opgehaald om naar Rotterdam te gaan. Ik had kleding voor de formele verdediging: dan sta je voor een tafel met allerlei geleerden die je hinderlijke vragen kunnen stellen over de inhoud van het proefschrift. Na afloop werd ik natuurlijk gefeliciteerd en toegesproken door mijn promotor, Frans Verhage en door mijn leidinggevende (die ook ‘achter de tafel’ zat), Maggie Lamping. Toen werd mijn enkele jaren daarvoor overleden vader even genoemd (hij zou dit alles prachtig hebben gevonden), waarna ik even brak. Mijn moeder was er toen nog bij, maar wat wij toen nog niet wisten, was dat zij mentaal snel achteruit ging ten gevolge van vasculaire dementie. Maar ze was er, en was trots op haar jongste kind.

Na afloop was er een receptie waar veel collega’s, vrienden en familie kwamen. En in de avond was het grote feest met eerst een diner met een select aantal gasten gevolgd door een groter feest met een bandje met live muziek. Voor die avond had ik een feestelijke wijde klokrok met bloes, alles zat en stond me geweldig. Op de foto hieronder zie je mij in feest-tenue.

Feestbeest

Waarom vertel ik dat nu, via een blog? Het was echt de mooiste tijd van mijn leven. Ik stond – een keer zonder aarzeling! – in het middelpunt van de belangstelling en had iets gepresteerd waar ik oprecht heel tevreden over kon zijn. Niemand die vragen stelde over of ik dit wel verdiend had; vooral ikzelf niet. Ik groei van aandacht of, zoals mijn paranimf Moniek schreef ‘je bent als een briljant met veel facetten (…) die oplichten als er een sprankje licht op valt‘. Ik wist toen nog niet dat ik autisme had; achteraf kan ik de heftigheid van deze positieve herinnering wel verklaren door alle bevestiging die ik toen kreeg, maar dat doet niets af van het mooie ervan.
Het was eenduidig en zonder enige twijfel mijn dag! Ik ben enorm verwend met cadeaus, leuke sketches tijdens het feest, een mooi herdenkingsboek en … aandacht. Daar kan ik dus nog steeds op teren. Het waren dagen zonder ingewikkelde vragen over wie ik was en hoe ik me moest gedragen… Straks ga ik weer eens de foto’s en brieven bekijken die ik allemaal gekregen heb.

Nu, 30 jaar later, zou ik heel graag deze herinnering nog eens delen met mijn paranimfen. Deze gebeurtenissen raken me echt omdat deze me ook confronteren met het feit dat alles in het leven vergankelijk is: het paranimfen-echtpaar Hans en Paula is niet meer onder ons. En met Moniek is de relatie helaas erg beperkt door de combinatie geografische afstand en uiteindelijk een totaal verschillende invulling van onze respectieve levens en belangstelling. Alle drie hebben ze heel veel voor mij betekend. Niet alleen rondom mijn promotie, trouwens, maar dat is een ander onderwerp. Een blik op Google leerde mij dat Frans Verhage in 2016 is overleden.

Ik deel dit verhaal nu via deze blog en dat geeft mij ook veel lucht. De ‘zware’ lading van de combinatie vliegramp, mijn mooiste dagen en het gemis aan belangrijke personen uit mijn verleden, maakt dat al die aandacht voor 4 oktober 1992 mij behoorlijk raakt. Maar ook ruimte geeft voor prachtige herinneringen!


Terug naar blogs