Nu de aandacht voor mijn ‘coming aut‘ geleidelijk neerdwarrelt, begin ik beter op een rijtje te krijgen wat dit met mij gedaan heeft. Mijn voornaamste bedoelingen ermee waren niet alleen om mezelf als ‘compleet persoon’ naar buiten te brengen maar ook om de deur naar de binnenkant van wat autisme kan zijn, op een kier te zetten. Met dit laatste spreek ik vooral mensen aan die zelf geen autisme hebben maar er wel – als vriend(in), familielid of begeleider – mee te maken hebben. Ook streef ik met al mijn uitingen ernaar om een brug te slaan naar mensen die misschien aarzelen om hun mogelijk autisme verder te onderzoeken en naar begeleiders die zich verder in de vele verschijningsvormen van autisme willen verdiepen. Ook die van verborgen autisme!
Ik kreeg heel veel fijne reacties, vrijwel zonder uitzondering gingen deze over mijn moed om zoveel over mijn leven te openbaren en wat anderen daar vervolgens aan zouden kunnen hebben. Ik ben de schrijvers van deze reacties heel dankbaar want dat is natuurlijk heel fijn om te horen. Ook over mijn website krijg ik positieve reacties. Ze voelden als een warme deken om mij heen.
Maar er zijn ook mensen van wie ik een reactie fijn zou vinden, al was het maar om erover te kunnen praten en toe te lichten, maar die niets van zich laten horen of zeggen dat ze er later nog wel met me over willen praten. Iets zegt me dat dit toch niet gaat gebeuren…
Peter de Wit weet dit via zijn Sigmund weer prachtig te illustreren:
Van sommige mensen weet ik dat een gesprek over autisme absoluut niet in hun straatje past, maar het zijn wel contacten met wie ik geregeld optrek. En die aangeven dat ze mijn verhaal wel hebben gelezen. Dan is dat toch een legitieme wens van mij om dit stuk van mij ook met hen te willen delen?
Tot slot zijn er mensen, gelukkig maar een paar, die gewoon niets zeggen. Waar dat door komt, weet ik niet want het gaat er dus niet over. Deze relaties vind ik het moeilijkste te hanteren, ik voel me daar heel ongemakkelijk bij en weet me niet spontaan te gedragen. Ben in die mensen ook teleurgesteld; misschien onterecht en weten ze gewoon niet hoe te reageren, maar moet ik dat dan oplossen? Daar ben ik juist slecht in…
Iets heel anders is dat ik, nu het stof rondom deze publiciteit een beetje neerdwarrelt, in een diepe put van leegte donder. Het is stil om me heen; ik moet het weer doen met het gemiddelde leven dat ik leid, natuurlijk behoorlijk getemperd door de corona maar ook door het verlies van mijn huisgenootje, Loesje.
Ik had een stuk identiteit waarmee ik me in heel veel omgevingen toegang kon verschaffen tot gesprekken e.d. Maar dat is nu weer voorbij. Ik vraag me in gemoede af hoe dat eigenlijk bij mij in elkaar steekt. Ik heb autisme, ik heb daardoor in mijn leve de nodige butsen opgelopen waardoor mijn zelfrespect nooit goed tot ontwikkeling is gekomen. Ik merk dat ik dat nog steeds niet heb: zonder mijn imago en prestaties ben ik stomweg niemand. Uit welke kast ben ik eigenlijk gekomen? Er zijn er zoveel.
Dat onvermogen om mezelf een compleet mens te blijven voelen als ik me bijvoorbeeld een moment een niet echt welkome gast voel bij mijn trouwe vriendin. De vriendin met wie ik zo fijn contact had tijdens het verdriet dat wij allebei hadden/hebben over het gemis aan onze respectieve huisdieren. Is dat er even niet, dan los ik weer op. Maar dat geldt ook voor deze fase van publiciteit. Het wordt nu weer gewoon om mij heen, weer stil.
Telkens doemt de vraag weer op of dat zwakke zelfbeeld nu een uiting of gevolg is van mijn lang onbegrepen gebleven autisme of dat dit een kenmerk van mij is dat los staat van autisme? Ik kom geregeld vrouwen tegen met autisme die het (ogenschijnlijk) wel gelukt is om een positief zelfbeeld te ontwikkelen.
Gelukkig heb ik ook geleerd hoe ik mezelf weer uit zo’n put moet trekken. Om te beginnen: blijven trainen! Zoek de zegeltjes op en zorg dat je ze verdient. Waar kan ik die zegeltjes terugvinden waarmee ik mezelf weer als eigen vriendje op de kaart kan zetten? In welke kast heb ik die nou weer verstopt?