Workshop ‘Studeren en werken met autisme’.

Kenniscongres over hoger opgeleide jongeren met een psychische aandoening, georganiseerd door de Gemeente Groningen. 24 mei 2018

Deze presentatie werd ondersteund met een powerpoint-presentatie.

Voorstellen

Geboren in Groningen. Heb daarna, vanaf mijn 20e, ruim 40 jaar in Leiden gewoond en nu sinds bijna 4 jaar weer in Drenthe. Ben nu 70jr. ASS-diagnose rond mijn 60e jaar gesteld. Ben jongste van 4 kinderen; geen van de anderen heeft formeel een diagnose ASS. Ik ben actief voor de Nederlandse Vereniging voor Autisme regio Groningen-Drenthe en verzorg daar de Nieuwsflitsen. Werk als ervaringskundige ASS nauw samen met Mira Homan van het Autisme Expertisenetwerk Drenthe. Heb ook regelmatig contact met het Autisme Netwerk Groningen. Houd presentaties over mijn autisme; schrijf er ook over.

Opleiding

Ik begin met mijn lagere school, omdat ik – achteraf – daar de duidelijkste beperkingen door mijn ASS heb ervaren (als wist ik dat toen dus nog niet). Ik was een verlegen en teruggetrokken kind. Durfde in de klas zelfs niet mijn neus te snuiten… Ik zocht mijn vriendinnetjes bewust niet bij de snellere en slimmere kinderen want ik voelde me altijd de mindere van hen. Maar had stiekem graag met die kinderen opgetrokken. Zij gingen allemaal na 6 jaar naar de middelbare. Ik pas na 7 jaar. Ik kreeg het advies om naar de huishoudschool te gaan, maar mijn ouders vonden dat een ULO met huiswerkbegeleiding mij betere kansen bood. Daar kwam ik heel langzaam op stoom. Na de ULO kon ik naar de HBS, maar mijn ouders vonden een vakdiploma verstandiger.

Toen werd het de kweekschool. Daar vond ik de creatieve vakken, werkweken en stages een ramp. Voelde me in die situaties heel ongelukkig, omdat deze geen duidelijke structuur boden. Ik verbind mezelf liever aan duidelijke regels en opdrachten. Heb dan ook niet voor de onderwijspraktijk gekozen. Vond toen al vakken als psychologie en didactiek het leukste. Ja, ik was toen al op zoek naar mezelf! Ben halverwege de hoofdakte gestopt met de kweekschool: ik wilde die hoofdakte alleen voor toegang tot de universiteit.

Studie & werk

Heb na de kweekschool gekozen voor Leiden, omdat ik daar mijn eerste echte baan vond:

  • Psychologisch assistente bij het Bureau Studentenpsychologen in Leiden.

Ik vond niet alles leuk aan die baan, maar voelde me daar zeer aangetrokken tot rapportage en statistiek, omdat ik daarmee op gedetailleerd niveau mijn eigen gang kon gaan. Tegen het ‘gesprek met’ de klanten zag ik altijd een beetje op, al hoewel ik door mijn analytische en rationele manier van denken altijd wel veel ‘los’ kreeg van waar de student in kwestie mee zat (probleemanalyse). Toen nog verwarde ik dergelijke gesprekken met hulpverlening (doorzien dat ik daar niet geschikt voor was zou nog een paar jaar duren…). Kreeg altijd wel complimenten over mijn ‘observaties’.

Universitaire studie

Ik wilde toch verder studeren, maar omdat ik geen V.W.O.-opleiding had, kon ik niet rechtstreeks naar de universiteit. Maar omdat ik op dat moment ouder was dan 25 jaar kon dat wel via een soort ‘toelatingsexamen’ zodat ik alsnog kon gaan studeren.

Studie Psychologie ging eigenlijk zonder veel problemen. Het doorlopen van colleges en (de meeste) werkgroepen bood mij duidelijke structuur. Bij bijvoorbeeld ‘groepsdynamica’ voelde ik me heel ongelukkig; daar moesten we onszelf ‘presenteren’. Het bestuderen van het studiemateriaal kon ik alleen thuis doen.

Heb me tamelijk vrij door de studie kunnen bewegen met allerlei op maat gesneden aanpassingen zoals vrijstellingen (vanwege psych. Assistente) maar ook keuzen binnen het studieprogramma. Onderweg heb ik ‘bedacht’ dat ik wilde promoveren op een onderzoek naar de effecten van psychotherapie op het ‘denken’ van betrokkenen. Eigenlijk gericht op cognitieve gedragstherapie al bestond dat toen nog niet… Heb contact gezocht met prof. Diekstra (van de Rationeel-Emotieve Therapie) die toen nog in Nijmegen zat, maar naar Leiden zou komen. Dank zij dat contact werd ik benaderd voor een studentassistentschap bij een projectgroep over suïcidaal gedrag. Daarnaast heb ik een ‘vrij’ studie-programma ingevuld met een mix van klinische psychologie, methoden & technieken en psychologische functieleer. De vakken, dus waarbij ik later van ‘achter mijn bureau’ kon werken. Die promotie is trouwens niet doorgegaan (vraagstelling was te ingewikkeld…).

Met die projectgroep zijn we een keer naar Parijs geweest: daar werd ik zelf suïcidaal van want ik wist me geen raad met mijn positie als student temidden van allerlei ‘geleerden’. Ik wilde graag zichtbaar zijn, maar wist niet hoe ik dat moest doen. Ik zocht naar houvast voor hoe je je in zo’n situatie moet gedragen en dat lukte niet.  Ik kon niet anders dan me – met enige agressie naar mezelf en grimmigheid naar de anderen – terugtrekken in eenzaamheid. Ik verweet mezelf dat ‘het’ me weer niet lukte en vond mezelf een mislukkeling.

naar pag 2/Werk