Mikkiko: de therapie die echt hielp!

Naar de ‘driehoekjes’

Langzaamaan kwamen wij op het belang van de cognitieve driehoek. Daarbij gebruikte Nico de metafoor: pianospelen. Denken is als pianospelen: je slaat een toets aan (dat is een feit), maar je maakt ook geluid en dat geluid is vergelijkbaar met het gevoel. Daarna vind je de toon die je hoort, mooi (of niet).
Denken over feiten gaat vooraf aan het gevoel daarover. Misschien moet ik mij trainen om eens bij mijn denken stil te staan en mij niet te laten beheersen door het gevoel dat erop volgt? Blijf niet in dat proces hangen maar concentreer je op de feiten die tot je gedachten hebben geleid.

De driehoek

Centraal in de behandeling stond de driehoek:
per situatie verwijzend naar 3 onderscheiden fasen.

Eerst de gebeurtenis, de feiten.
Daarna volgen:

  1. mijn onmiddellijke gedachten bij de gebeurtenis
  2. de gevoelens daarbij
  3. mijn daarop volgende gedrag.

Vaak worden mijn onmiddellijke gedachten bij een gebeurtenis (observaties) bepaald door wat ik ervan verwacht: ik hoor er (weer) niet bij. Naar dergelijke ‘standaard-gedachten’ zal later gewezen worden bij de term ‘standaard-gifzinnen’ waarvoor ik ’tegengif-zinnen’ zou moeten klaarleggen. Ik had veel voorbeelden van dergelijke situaties, natuurlijk de meeste vanuit sociale relaties. Als ik kan terugkeren naar mijn eerste feiten en opvolgende gedachten, kan ik deze op verschillende manieren toetsen.

Voorbeeld:
Als ik niet word gekozen om samen mee te gaan naar de stad of te tennissen (feit), kan dat heel goed te maken hebben met het feit dat de anderen hebben besloten om samen te gaan omdat zij iets persoonlijks te bespreken hadden en dat dit dus helemaal niets met mij te maken heeft!

Mijn gedachten over de feiten toetsen, bijvoorbeeld door na te vragen of het klopt wat ik denk (nl. zie je wel, ik hoor er weer niet bij).

Of door uit te zoomen naar heel Nederland en mezelf af te vragen hoe groot de kans is dat iets gebeurt zoals ik dat denk (dit kan het beste in situaties waarin mensen niet reageren zoals ik hoop).

Voorbeeld:
Ik laat iemand een foto zien die van mij is gemaakt omdat ik de voor die gelegenheid samen gekochte kleren wilde showen (het was de fotosessie voor mijn interview in Margriet; dat verschijnt op 4 september a.s.). De ander reageert niet op die foto omdat zij mij er niet mooi op vindt staan. Daar kan ik heel teleurgesteld door raken: zie je wel .. etc.
Toets: stel, je stuurt die foto zonder verdere toelichting naar alle mensen in Drenthe. Hoeveel van hen zouden doorhebben wat ik ermee bedoel en dus reageren zoals ik verwacht?

De clou is dat ik niet eenduidig was. Ik had erbij kunnen zeggen waarom ik die foto stuurde. Heel vaak ben ik zelf onduidelijk en als ik wat wil vragen (een oordeel, een reactie o.i.d.) vraag daar dan gewoon om. Het werkt beter met gesloten vragen of mededelingen.
Misschien kan ik mij, door mijn autisme, moeilijker verplaatsen in het denken en reageren van de ander?
Maar wat ik er óók van leerde, was dat juist het uitzoeken met wie je op eenzelfde golflengte zit en met wie er nog wat te experimenteren valt, de moeite waard kan zijn. Als alles eenduidig en voorspelbaar is in relaties, wordt dat ook heel ‘saai’.

De wereld door een glazen bol / pag. 3