Gewoon een tussendoor-blog over mijn slordigheid. Dat is een lastige valkuil: zowel in huis als in mijn hoofd berg ik de boel niet goed op. Ik kan veel in elk geval niet terugvinden (of ik doe daar heel lang over).
Soms krijg ik een opruimbui en met de stapel kleren los ik dat op door ze in ‘de was’ te doen, dan zijn ze uit het zicht. Na een poos, in een nieuwe opruimbui, berg ik de was weer op in de kast. Maar ik heb totaal geen overzicht van de inhoud van mijn klerenkast. Dus ik draag ik lang achterelkaar hetzelfde totdat het in de was moet, maar pak dat weer op zodra dat weer schoon is. Erg saai. Door corona ligt de uitdaging om eens iets anders aan te trekken nou ook niet voor het grijpen. En als ik niet weet wat ik nu weer aan moet trekken, wil ik nog wel eens in een impuls iets nieuws kopen. En dat draag ik totdat dat kledingstuk weer langzaam verdwijnt in de stapel…
Met mails en berichten probeer ik de wanorde vóór te zijn met een (te) ingewikkeld systeem van verschillende mappen of zelfs verschillende email-adressen. De uitdaging bij ordenen is, dat de indeling dan wel eenduidig moet zijn zodat alle berichten over een bepaald onderwerp, levensgebied of afzender in het juiste mapje komen. Dat lukt lang niet altijd, soms passen ze in twee of meer mapjes, en dus zoek ik mij geregeld suf naar een bepaald bericht waarvan ik de inhoud nodig heb. Als ik dat dan eindelijk ergens heb gevonden (in de verkeerde map) dan stuur ik het weer door naar de juiste map. Dat wil zeggen: de map die ik op dat moment de juiste vind. En lopen mijn parallelle mailboxen aardig vol…
En in mijn hoofd … tja, daar heb ik geen oplossing voor. Ik kom i.v.m. mijn vrijwilligerswerk veel nieuws tegen via sociale media en nieuwsbrieven. Maar ik kan dat allemaal niet onthouden, dus stuur ik mezelf een mail met een link naar dat bericht. En dan begint het circus van de wanorde gewoon opnieuw: ik onthoud de berichten niet en kan ze vaak niet terugvinden maar weet wel dat ze ergens te vinden moeten zijn. Tenzij ik ze in het juiste mapje stop en vaak leg ik dan maar weer een nieuw mapje aan. Met alle zoek- en terugvindproblemen van dien. Dan schrijf ik het op in een notitieblok of -papier. Maar … al die memovelletjes op mijn bureau of in kast helpen op een gegeven moment ook niet echt.
Heel vaak kom ik in contact met mensen die ik bij een volgend contact niet eens herken … ik sla het beeld van die mensen niet op. Dat wil zeggen, ik herken de persoon die ik later, vaak in een totaal andere omgeving opnieuw tegenkom, niet eens. Iemand van de sportclub in ‘burgerkleding’ ofzo. Of een vrouw uit mijn straat die een totaal ander kapsel had laten knippen. Het gaat hier wel om tamelijk vluchtige contacten hoor; mijn vrienden en familie herken ik gelukkig wel; zo erg is het nou ook weer niet. Maar wel lastig…Ik ben ook een ramp in het onthouden van namen (zou dat net zoiets zijn?).
Ook had ik eens een gesprek met een vrouw die óók autisme heeft. Zij vertelde dat het haar niet lukte om een bewegend beeld van (bijvoorbeeld) haar moeder of beste vriendin op te roepen. Dat kan ik óók niet. Ik zie een foto. Een stabiel beeld, en zelfs dat beeld is niet scherp. Ik vond het zo’n eye-opener dat iemand hetzelfde had als ik! Ik had me niet gerealiseerd dat dit bijzonder was… Ik ga er vanuit dat dit bij autisme hoort, maar ik weet dat niet zeker.
Je gaat er zo makkelijk vanuit dat de wereld, zoals jij die waarneemt en opslaat, door anderen op dezelfde wijze wordt opgeslagen. Althans dat is een aanname die niet eens zo bewust is en dat maakt dat je die ook niet gauw toetst aan een ander. Totdat je er toevallig tegenaan loopt. Ik geloof dat dit voor héél veel interne modellen van de omringende wereld geldt.
Maar ook het warmhouden van relaties hoort hierbij: ik heb verschillende ‘lijntjes’ met vrienden (met wie ik allemaal afzonderlijke lijntjes heb; ik heb geen vaste vriendengroep die ook elkaars vrienden zijn). Tot mijn grote frustratie raak ik de draad van ons contact geregeld kwijt of, beter gezegd, ik heb tijd nodig om die draad weer terug te vinden. Dat kan over gebeurtenissen gaan, maar ook over de pure continuïteit in vriendschappelijke relaties (ik noem dat ‘verbinding’). Ik heb een bruggetje nodig om het vlammetje in het contact weer aan te wakkeren. Ik kan contact makkelijk laten versloffen, terwijl ik de betreffende personen heel belangrijk vind en niet wil missen. Maar de knop staat voor een groot deel ‘aan’ of ‘uit’. Het nadeel van mijn verhuizing naar het platteland, ver weg van veel vrienden in de Randstad, is dat we het contact meestal telefonisch houden. Of per mail/whatsapp. Vooral bij onverwachte telefoontjes moet ik de (emotionele) draad (lees: verbinding) weer leggen. Dan weet ik naar mijn gevoel vaak niets zinnigs te zeggen. Nadat we het contact hebben afgerond, bedenk ik ineens wat ik had willen delen of vragen. En dan bel ik het liefste terug om verder te praten (wat ik nooit doe want ik wil ook weer niet teveel aandacht vragen)… Maar ook met vriendschappen hier in de buurt loop ik hier tegenaan. Spontaan contact komt vaak van de andere kant… of er moet een duidelijke reden of aanleiding zijn om contact te zoeken.
Al deze voorbeelden hangen volgens mij samen met een van de grote valkuilen die mijn autisme kenmerken: ik houd geen overzicht en verzand snel in de details. Ik heb een haperende verbinding. Kan ik deze chaotische mappenstructuur in huis en hoofd nog leren hanteren?