RIAN ZH-Noord ‘Naar de overkant ….’

Kompas?
Vanaf het moment dat alle aandacht en bezoek ‘vertrokken’ waren, zakte ik in een diepe put. Wat is er gebeurd? Nou had ik me wel voorbereid op een moeizaam afkickproces van de ‘secundaire ziektewinst’, maar wat kwam had ik toch niet verwacht. Ik begon weer over alles wat ik deed te aarzelen, zakte weer terug in mijn eenzaamheid en nutteloosheid. En ik voelde me al snel weer een echte aspi want ik wist niet meer hoe ik – zonder het houvast van mijn ziekte – contact moest maken. Had ineens geen vanzelfsprekende legitimatie meer. Waarmee doen anderen dat dan? Waarom is zoveel voor hen zo vanzelfsprekend maar voor mij niet?

Hoe moet ‘het’?

Ben snel van de kook als er iets gebeurt dat ik niet verwacht. Vaak komt daar dan ook nog bij dat er van mij in dergelijke situaties gedrag wordt gevraagd waar ik me geen raad mee weet. Zo raakte ik in de stress toen een paar huizen bij mij vandaan op zaterdag om 7 uur ’s ochtends begonnen werd met het verwijderen van een gevel (bikken, stenen in container gooien, boren, enz.). Ik werd daar ontzettend boos over omdat die mensen hun aanstaande buren daar niet even op hadden voorbereid. Deze toestand hield mij een halve zaterdag binnen omdat ik niet wist hoe daarmee om te gaan. Om boodschappen te doen moest ik erlangs fietsen. Dat wilde ik niet. Om mijzelf niet te verloochenen zou ik er wel iets van moeten zeggen. Maar ik wist niet wat en hoe je dat dan doet. Dan dus maar geen boodschappen…

Of ik vraag aan vrienden wat ik moet zeggen, en doe vervolgens wat zij voorstellen. Maar de woorden zijn dan niet de mijne. Daar voel ik mij dan heel ongelukkig over en het effect is vaak nog meer spanning. Ik heb heel scherp leren observeren hoe anderen bepaalde situaties aanpakken en hoe zij zich in bepaalde omgevingen gedragen. Ik pleeg dergelijk gedrag wel te kopiëren, maar verwacht dan dat het effect hetzelfde is als wat ik bij die anderen heb zien gebeuren. Helaas…

Ik heb mezelf een aantal strategieën aangeleerd waarachter ik mijn ‘falen’ en onzekerheid kan verbergen. En daar ben ik goed in! Toch blijken deze vaak mijn eigen valkuil omdat mijn omgeving daardoor te hoge verwachtingen van mij heeft. Om houvast te hebben gebruik ik bijvoorbeeld vaak het mij aangeleerde normenstelsel om de wereld te structureren en om daaraan het best passende gedrag af te meten (bijvoorbeeld ‘de ander toont geen belangstelling, ik zou er wèl naar vragen, dat doe je toch?’). En dat gaat vaak, heel vaak, mis en leidt dan tot mijn teleurstelling weer tot verwijdering en spanning. Ik delf zelf het onderspit en heb er niets aan.

Ook in mijn intieme relaties voelde ik mij onhandig. Vriendjes vonden mij rationeel en alsof er een blokkade bestond tussen mijn lichaam en de rest. Ja, ik was warm, hartelijk, meestal vrolijk en gastvrij, maar met vrijen werd het ‘praten over’ in plaats van ‘gewoon’ doen.

Als kind voelde ik mij vaak heel ongelukkig. Buurkinderen gingen dansen en hadden plezier. Ik ging mee naar feestjes maar danste nooit. Ik werd niet gevraagd, zoals dat toen ging. Ik voelde dan ook totaal niet aan wat er van me verwacht werd en hoe je je in zo’n omgeving gedraagt en kroop in mijn schulp. Dat dit zo ging, realiseerde ik mij pas veel later.


naar pag 3/Verbinding