Met deze blog probeer ik de scherven van mijn zelfbeeld weer aan elkaar te lijmen na een val van de top van enthousiaste betrokkenheid bij een evenement in een diep gevoel van zinloosheid en angst. Met dit schrijven lijm ik de boel weer aan elkaar, het moet alleen nog goed drogen en uitharden. Als dat laatste al mogelijk is…
Als eerste stap naar herovering van mezelf las ik vanochtend (2-11-20) een artikel van Rinske van Goor in De Volkskrant. Ze geeft daarbij onder andere een beeld van verschillende maatschappelijke verschijnselen zoals ‘generatiesegregatie’ t.o.v. ‘-integratie’ zoals in veel buitenlanden. Hiermee bedoelt zij dat in onze maatschappij wij vooral onze ‘peers’ vinden in generatiegenoten terwijl in andere culturen oud & jong vaak door elkaar leven en in de kroeg de politiek en lokale misstanden bespreken. En dat deze segregatie soms tot sociaal armoedige levenseinden kan leiden. Daarbij geeft ze ook aan dat dit levenseinde meer betreft dan het feitelijk sterven, maar ook vaak samen gaat met ‘ontbindingsangst’ (zowel letterlijk als figuurlijk).
Dit artikel kwam hard binnen en confronteerde mij maar weer eens met de problemen die ik heb met het beleven van verbinding. Zowel met mezelf als met vrienden die ik inderdaad vooral heb binnen mijn eigen generatie. De grootste aanleiding waren problemen die ik heb met de ‘verbinding’ met het glasvezelnet dat hier onlangs is aangelegd. Er hapert van alles en contact met de technici van de provider leert dat er ook in de communicatie tussen hen en mij als klant nogal hapert. Ik begrijp die mensen nooit, mijn brein werkt anders, en ze spreken mij aan alsof ik het allemaal wél snap. Hoe dan ook, de technische kant van het probleem is nog niet opgelost maar – erger en frustrerender voor mij – is dat de manier waarop e.e.a. van ‘opdracht’ is vertaald naar ‘situatie’ niet klopt. En nu moet ik duidelijk maken wat er dan misging. Ik word daar gallisch van en de stoom komt dan ook uit mijn oren. Ik raak bij zoiets in een soort paniek, ik weet niet goed hoe ik het wél duidelijk kan maken.
Daar komt bij dat mijn directe buurman ’s nachts nogal eens veel herrie maakt doordat zijn bezoek luidruchtig vanuit zijn huis via de direct aan mijn huis grenzende oprit vertrekt. Het zijn vaak mannen met harde stemmen die bovendien waarschijnlijk goed gesmeerd door alcohol het fijne van het leven vieren… Hoe ver moet / kan ik gaan met mijn grenzen? Wanneer zeg ik er iets van en wanneer laat ik het lopen? Welnu dit probleem kan ik ook slecht delen met anderen omdat zij dan adviseren om dan ‘gewoon’ dit of dat te zeggen. Dat heb ik dus gedaan en heb ’s nachts rond 2 uur gebeld en gevraagd of t wat zachter kom. Waarschijnlijk was ik (wéér) niet duidelijk genoeg want buurman zei daarop dat hij zijn ramen en deuren dicht had. Maar ik bedoelde niet zijn herrie binnen, maar juist die van buiten (zo nu en dan gingen er luidruchtige mensen weg en dat maakte dat ik telkens weer even in slaap viel om dan weer wakker te worden; het ging door tot een uur of 6). Ik kreeg pas vandaag helder wat er misschien in de communicatie met mijn buurman misging. Nu, 2 dagen later, zou ik dat ook pas kunnen overbrengen. Zolang ik dit nog niet heb opgeklaard, heb ik de neiging om het ook héél groot te maken. Alsof mijn leven er vanaf hangt ofzo…, met alle angst die erbij hoort. Nu ik weet wat misschien de oplossing is, verbleekt het probleem onmiddellijk. Dit is tijdens mijn therapie vaak aan de orde geweest; ik leer maar niet om dit vóór te zijn, maar ik blijf trainen, zoals mij toen is aangeraden. En, intussen heb ik de buurman gebeld, hij begrijpt het en we hebben het uitgepraat!!
Deze beide gebeurtenissen maakten dat ik tijdens het weekend in een enorm gat viel en me opgefokt, totaal verloren en angstig voel(de). Ik voel mij afgewezen (daar heb je dat gezeur weer) en alleen staan. Ik ervaar in dergelijke situaties dan ook nergens enige verbinding, ook niet met mezelf. En dan komt er zo’n stuk in De Volkskrant…
Ook het stuk over ‘ontbindingsangst’ raakte mij. Rinske van de Goor schrijft o.a. dat ze zelf ook lijdt aan forse ontbindingsangst: sterven lijkt zelfs haar (zij is huisarts) doodeng. Ik ben er ook stervensbang voor.
Het gekke is dat ik vreselijk bang ben om de verbinding (die dus geregeld hapert) te verliezen. Ik begrijp nog steeds niet hoe dit werkt, bij mij tenminste. Ik denk nu – en dat komt telkens weer terug – dat de verbinding ervaren met mezelf daarbij de kern is. Dáár moet ik me weer op proberen te richten, maar het kost veel, héél veel, moeite om dat weer terug te pakken. En dat na zo’n mooie week rondom het Autismecongres van de NVA en aanverwante activiteiten waar ik me met enthousiasme op stort. Het hele weekend kon ik dat gevoel niet meer terug krijgen. Ik heb wel mensen gesproken of mee geappt, maar ik bleef een kloof ervaren omdat ik het gevoel kreeg dat ze mijn problemen met buurman/provider maar gezeur vonden. En ik voel me dan afgewezen en niks waard. Daar gaat het fout, natuurlijk, maar het gebeurt gewoon…
Maar een stukkie schrijven helpt weer. Ik zie weer openingen, misschien herkent iemand die dit leest zich hierin. Misschien ook niet, maar ik voel me weer wat rechterop staan. Ga koffie drinken en mijn kat knuffelen.