Ontmaskerd?

Op het moment waarop ik deze tekst oorspronkelijk schreef, zat ik diep in de put en had het nodig om e.e.a. eens uit te schrijven. Ik heb lang geaarzeld of ik dit persoonlijke verhaal wel moest publiceren. Ik ben natuurlijk veel leuker als ik niet loop te tobben… Maar het hoort ook bij mij, dus toch maar gedaan. Een andere reden dat ik hem toch publiceer, is dat ik ook mijn dieptepunten met de lezer wil delen voor herkenning en erkenning en om aan te geven dat ik er ook weer uitgekropen ben. Al is mijn stemming verre van constant en ideaal … er is nog een lange weg te gaan.

Het gaat helemaal niet goed met mij, ik lijk wel de enige vrouw met autisme te zijn die het niet lukt om het zelfbeeld wat op te krikken naar een aanvaardbaar niveau. Lees en schrijf ik over zingeving als het ultieme doel van begeleiding bij autisme, kan ik zelf de zin van mijn eigen leven nergens vinden… Ik ben het helemaal kwijt en ben ook aan het zoeken naar een vervolg op de CGT van Nico Kock. Ik kwam daarmee toen een heel eind, maar ik val nu weer ver terug. Zelfs tot mijn puberteit, zoals ik omging met familie en klasgenoten. En de eenzaamheid en kwetsbaarheid die daarmee samengingen. Dat was allemaal voordat ik weet had van mijn autisme. Ik zoek nu weer hulp maar vind dat maar eens in Drenthe …

Om mij heen lees ik (ogenschijnlijke?) succesverhalen van ‘collega’s’ die het lukt om symposia te organiseren, blogs te schrijven over hun herstel, een opleidingsinstituut op te zetten en met veel succes te leiden. Zelfs als mens met autisme voel ik mij falen te midden van mijn ‘lotgenoten’… hoor ik dáár dan ook niet bij? Ik denk zo nu & dan dat ik binnen de autismewereld alleen maar wat kan betekenen zolang ik positief bekrachtigd word. En dat gebeurt als ik vanuit een optimistische blik mijn eigen weg door autisme in presentaties kan delen. En een soort van uniek ben, dat is veilig. Zodra die aandacht weer achter de rug is, dan zak ik in een diepe put.
Ik voel mij bedreigd zodra anderen binnen een groep met wie ik samenspeel of -werk een van mij afwijkende opvatting hebben en elkaar in die opvatting steunen. Wat moet ik dan doen? Er is niemand met wie ik kan ‘sparren’ en dit hele gebeuren voelt als een revival van gevoelens die ik vanaf mijn jeugd al had: ik sta er buiten. Ik wil vluchten, maar is het een zwaktebod als ik mij daaruit terugtrek? Dat zou niet zo moeten zijn, vind ik. Ik zou in alle openheid moeten kunnen vertellen dat tot mijn grote spijt mijn autisme mij in de weg zit om optimaal te kunnen functioneren. Dat ik heel negatief over mezelf denk en dat ik zonder steun van anderen geneigd ben om ‘dingen’ waarvan ik vind dat ze niet goed gaan, mezelf aan te rekenen. Maar ook me kunnen terugtrekken als mij dat beter bevalt.

Sinds enige tijd slaap ik ook heel slecht. Echt slecht. Daardoor ben ik ook bang om mezelf vast te draaien in een burnout. Ik kan heel veel, daar ben ik van overtuigd, maar ik ben eigenlijk geen team player. Ik pak precies de verkeerde dingen op om er maar bij te horen. Laat mij maar achter mijn bureautje en pc stukken schrijven. Daar ben ik goed in. En misschien het op basis van persoonlijke ervaring ‘coachen’ van individuen (dat doe ik nu ook bij 1 persoon). Ik heb geen idee hoe anderen daar tegenaan kijken.

Mijn huisarts betichte mij er vorige week van niet ‘eerlijk’ te zijn als ik haar vertel dat ik ‘aan elkaar hang’ van camouflagetechnieken om mijn kwetsbaarheid te verhullen om er maar bij te kunnen horen. Dat ik toch weer behoefte heb aan psychotherapeutische hulp vanwege de leegte die ontstaat als ik mijn copingstrategieën opgeef (zie bijvoorbeeld mijn blog over met lef leren leven met autisme Autisme van binnen naar buiten).
Ik voel me daardoor zo alleen staan, je hebt echt lef nodig om uit je schulp te komen. Ook bij de huisarts, zo blijkt. Ik voel me ernstig door haar afgewezen en in mijn integriteit gekwetst. Ben ik notabene voorzitter van een groep autisme en vrouwen bij wie juist het camouflagegedrag een van de knelpunten is waardoor hun zelfbeeld zo moeilijk op gang kan komen… En dan kan ik het niet eens aan mijn huisarts uitleggen. Zij is ook in andere dingen niet mijn ‘vriend’: ze kan ze vanuit een plek achter in een gangenstelsel mijn naam roepen als ik aan de beurt ben. Ik wist even niet welke gang ik moest kiezen en vroeg waar zij nu eigenlijk zat. Toen zei ze dat ze op haar normale plek zat en dat ik dat toch zou moeten weten. Nou nee dus, ik niet: mijn ruimtelijke oriëntatie is een ramp. Ik heb daar al eens over geschreven in mijn blog Verdwalen. Zij refereert bij dergelijke uitingen van mijn autisme telkens weer naar het voorkomen van autisme in haar omgeving. Dat vind ik helemaal niet fijn omdat dit mij er absoluut niet van overtuigt dat zij begrijpt wat het is om autisme te hebben… Dat ene voorbeeld dat zij zelf al kent kan nooit een ankerpunt zijn voor het begrip van (mijn) autisme. En ze vraagt niet aan mij hoe het zit, nee, ze ‘snapt’ het al.

Ook in de relaties met mijn eigen familie ben ik ongelofelijk aan het camoufleren: ik laat ze nooit zien dat ik in de put zit of het niet (meer) zie zitten. Dat heb ik nooit gedaan. Want dan wijzen ze me af als een zeur, negatieveling, denk ik. Mijn zus legt altijd en onverwijld de nadruk op het half volle glas. Dus contact met haar houd ik in zo’n stemming af. Gelukkig is dat intussen weer normaal, ik heb wel gezegd waarom ik een poos niets van me liet horen. Het stomme is, dat ik niet eens weet hoe zij daar precies op reageerde… zo werkt dat kennelijk (bij mij).

Ik ben trouwens bezig om me bijna overal uit terug te trekken onder het motto ‘luister naar jezelf’; het liefst heb ik eigenlijk met niemand meer iets te maken. De wekelijkse bridgeclub heb ik al afgezegd. Ook heb ik me teruggetrokken uit een tennisgroepje waarvan 2 vrouwen mij totaal lieten barsten toen ik met mijn autisme uit de kast kwam. De 3e vrouw was wel vriendelijk en belangstellend. En dan nog een club, waar ik me weer heb verbonden aan een klus om maar een ‘duidelijke positie’ te vinden. Maar ik vind het helemaal niet leuk! Dus?

Om dan nog maar te zwijgen over de verruiming van de coronaregels: ik heb het daar heel moeilijk mee. Afspraken dreigen weer ‘fysiek’ te worden terwijl ik veilig achter mijn ‘Zoom’-lens zitten veel fijner vind; aantal bezoekers wordt weer los gelaten (mijn buurman had onlangs zijn hele café, zo’n 30 vrienden, in de tuin zitten met veel drank en geschreeuw; en dan keken ze nog niet eens naar het voetbal!) en iedereen is weer blij dat ze weer op vakantie kunnen. Ik hoor daar allemaal niet bij: vakantie is helemaal geen onderdeel van mijn leven.
Ik sta er weer buiten, terwijl eerder tijdens corona iedereen in hetzelfde schuitje zat.

Nou, dit was een grote bevalling! Ik hoop dat er lezers zijn die zich erin herkennen maar ook lezen dat dit dieptepunten zijn waar je (ik) ook wel weer uit kruip(t). Maar soms overvallen ze me, en word ik weer terug geworpen op een periode ver voor mijn autismediagnose en vraag me dan af: is deze diagnose eigenlijk wel het antwoord op mijn levensvragen? En daar word ik weer droevig van, want bij de diagnose gaf die indruk juist mijn grote ontroering en opluchting… Zoals Nico al zei: het blijft een leven lang trainen.

En, in mijn goeie buien vind ik mensen heel gezellig, om dingen te doen en ook voor een sociaal praatje. Maar niet altijd.


Terug naar blogs