Waarin uit de ASS zich bij jou?
Paradoxaal genoeg zie je mijn ASS amper: ik lijk een vlotte, vrolijke, ad remme en humoristische vrouw. Mijn huisarts was eerst ook niet te bewegen om mij voor diagnostisering door te verwijzen (terwijl mij dat werd geadviseerd door Ina Van Berckelaer, de goeroe op het gebied van autisme!).
Het autisme uit zich in mijn ‘inner speech’, in mijn onzekerheid in relaties, in twijfels over het beeld dat de ander over mij heeft en het aanhoudend onzeker zijn over mijn functioneren. Als een reactie/bevestiging van de ander uitblijft kan ik heel wankel worden en in een put zakken.
Bij mij was het jarenlang vruchteloos zoeken van hulp binnen de GGZ, achteraf bekeken, een indicatie: geen enkel effect bleef overeind. Alleen de aandacht hielp een poosje. Zelfs die 6 jaar psychoanalyse gaf niet de nodige aanknopingspunten om aan autisme te denken. Na mijn diagnose heb ik de betreffende therapeut nog geschreven dat ik autisme blijk te hebben. Daar heb ik geen enkele reactie op gekregen, heel zwak.
Ik ervaar nog steeds geregeld het gevoel een lege huls te zijn; na mijn diagnose vertaalde ik dat als dat ik geen ‘verbinding‘ met mezelf ervaar. Ik vind deze verbinding wel (een soort van, dan) als ik bepaalde boeken lees of films zie waarin ik mee-vibreer met de emoties die daar getoond worden. Daar vind ik dan herkenning.
En, natuurlijk zag men wel dat ik vluchtte van bepaalde feestjes, later kon ik dit uitleggen als gebrek aan sociale antennes, vergeefs zoeken naar gedragsregels.
Mijn sociale contacten zijn gekoppeld aan bepaalde activiteiten, zoals tennissen of bridgen; als er geen activiteit is dan valt de sociale relatie terug. Ook met vrienden, die ik al jarenlang ken en met wie de relatie ook wel stabiel is, zoek ik zelf pas het contact als er een externe aanleiding is. De verbinding is er niet ‘vanzelf’.
Bij intieme relaties blijf ik ook zoeken naar die bevestiging maar daar komt bij dat ik niet over de juiste antennes beschik om op non-verbaal intiem gedrag te reageren. Ik reageer soms juist helemaal niet (omdat het signaal van de ander niet aankomt) of reageer terughoudend omdat ik niet weet wat erop volgt. Het geregeld vragen van wat er van mij verwacht werd, wekte in het verleden vaak irritatie op of leidde tot afstand (lees: breuk) in het contact.