Blijven trainen
Geleidelijk aan naderen wij de afronding van de therapie. Onder meer vanwege gezondheidsredenen wil Nico komen tot een afsluiting; hoewel ik daar erg bang voor ben, voel ik ook dat we niet veel meer samen verder komen. We zijn op het punt dat ik op de rand van het nest sta en zelf moet durven vliegen. Ik moet het (ook alleen) durven proberen.
En de redenen van Nico om te willen afronden zijn doorslaggevend, dat begrijp ik ook wel (en die maken me ook bezorgd).
In een van de laatste gesprekken benadrukte N een paar keer dat ik ‘het’ – net als iedereen – in veel situaties bij mezelf moet zoeken. Maar ik heb juist zo’n hekel aan mezelf; heb anderen nodig om mijn identiteit te bevestigen. Heb geen vertrouwen in mezelf. Ook geen goede verbinding met mijn gevoel en dat is mijn ASS.
Ik heb behoeften die ieder ander ook heeft. Alleen ik verwacht (dwing haast af) dat ze vervuld moeten worden, terwijl je dit eerder moet zien als ‘slagroom op de taart’. Is al vaker langs gekomen. Belangrijk is om de werkelijkheid onder ogen te zien dat dit gewoon een gegeven is en dat we dit eerder besproken hebben en ik niet zo koppig moet zijn.
Ik ben dankzij deze cognitieve gedragstherapie op het juiste spoor gezet om hard aan mezelf te blijven werken. Ik ben per slot van rekening een autist die op bepaalde punten een leven lang moet blijven trainen. Met vallen en opstaan bleef ik, met gebruikmaking van toevallige gebeurtenissen uit mijn omgeving, telkens een klein stapje verder komen.
Mij werd aangeraden om ‘zegeltjes’ te verzamelen met gedrag waar ik tevreden over was. Dat heb ik nu leren vertalen naar gedrag waar ik mij goed bij voel.
Tegenwoordig zie ik het als gedrag waar ik mezelf in positieve zin beleef. Waar ik blij van word en dat ook fysiek ervaar. Een grote stap verder, maar ten gevolgde van de coronatoestand heb ik mij gerealiseerd hoe belangrijk het is dat ik naar mezelf leer luisteren. Dat kost moeite, maar verzin maar een list om toch verbinding met mezelf te ervaren, buikgevoel of wat dan ook. Dit gaat bij tijd en wijle steeds beter en het heeft ertoe geleid dat ik besloten heb om met enkele vrijwilligerstaken te gaan stoppen. Ik wil alleen de klussen overhouden waar ik zelf ook blij van word, al doe ik ze voor een ander of andere organisatie.
Het uitschrijven van driehoekjes helpt tot op zekere hoogte. Of ik dit volhoud, weet ik niet.
In mijn artikel voor het blad van de NVA, beschrijf ik hoe het leven met ASS als topsport er bij mij uitziet. Ik heb deze geschreven toen duidelijk was dat de behandeling zou worden afgesloten en ik een soort ’therapeutisch testament’ wilde uitschrijven. De tekst van dat artikel geeft goed weer wat er tijdens de afgelopen therapieperiode allemaal aan de orde is gekomen. Ik eindig het verhaal met dat ik hard moet vechten om met mijn ASS overeind te blijven. Nico maakte duidelijk dat vechten toch weer iets negatiefs inhoudt; beter is om te spreken van ‘trainen’. Dat zal ik mijn leven lang verder moeten doen. Deze term verwijst bovendien naar iets wat iedereen in feite moet doen; de ene harder dan de ander, maar toch.
Ik gaf aan dat ik wel bang ben om weer in een dip te vallen. Nico raadt mij om die reden aan om mijn standaardrepertoire aan ‘gif’-zinnen uit te schrijven, zinnen die allemaal beginnen met ‘zie je wel’ gevolgd door: ‘ik hoor er weer niet bij, ze vinden mij niet aardig, ik ben dom’, enz. Op een soort creditcard schrijf ik in steekwoorden op welke gifzinnen ik allemaal uitspreek (denk) als ik dreig te vallen. Ik maak deze kaart rood.
Aan de andere kant schrijf ik de ‘tegengif’- zinnen. Deze is groen. Moet ik wel over nadenken, maar daar heb ik nog even tijd voor (kan ze nog steeds niet verzinnen…). Ik illustreer beide kanten met een plaatje (boze, giftige emoticon resp. smiley of zoiets).
Ik heb enkele maanden contact gehad met een haptotherapeut. Zij heeft mij opnieuw geconfronteerd met mijn gebrekkige zelfbeeld en het vrijwel ontbreken van mijn eigen grenzen. Na ook daardoor weer in een diepe put gevallen te zijn, heb ik nu iets heel belangrijks ontdekt. Dat is het ervaren van verbinding met mezelf door meer contact te krijgen met mijn lichaam. Doordat ik toch weerstand voelde tegen een echte haptonomische aanpak (waarom? ik weet dat nog steeds niet), hebben we veel gepraat. Door corona is dit contact eerst onderbroken en daarna gestopt.
Ik zoek nu mijn ‘zegeltjes’ bij het doen van dingen waar ik mij goed bij voel. Probeer dit ook fysiek te vertalen (onderbuikgevoel). Niet meer op de automatische piloot. Dat is uiteindelijk een gouden greep! Niet dat ik alles op dat punt beheers, maar ik heb weer een nieuw spoor gevonden waarlangs ik weer verder kan komen. En dat voelt heel goed! Na heel veel jaren psychotherapie heb ik eindelijk de sleutel gevonden tot een nieuw gevoel: een beetje gelukkig zijn met mezelf!