Verbinding: vasthouden of loslaten?

Door tragische ontwikkelingen in mijn directe omgeving word ik me bewust van patronen uit mijn jeugd, die tekenend voor mij zijn in mijn opvatting van verbondenheid. Ik zoek graag verbinding, althans dat noem ik zo, maar zijn het beeld en de verwachtingen die ik daarbij heb wel juist? Wat is daar eigenlijk voor nodig?

Ik begin te beseffen dat ik denk dat dit over ‘gelijkheid’ gaat. Dat ik mij pas verbonden voel als iemand min of meer hetzelfde is en voelt als ik. En mij niet afwijst. Maar is dat wel echte verbinding? Nee, dat is – helaas – opnieuw zoeken naar bevestiging. Als iemand mij tipt over een leuke televisieserie dan ga ik kijken maar wil mijn ervaringen daarmee ook met de tipgever delen. Maar ik ken veel tipgevers die daar helemaal niet op zitten te wachten. Ik kan dat niet volgen, is toch leuk om uit te wisselen, waarom niet? Dat is toch ook verbinding? Echt duidelijkheid krijg ik daar niet over.

Maar, wat duidt nou op het hebben van of beter nog: ervaren van verbinding? Ik heb in een andere blog al eens beschreven hoe dat bij mij met mijn autistische brein werkt: ik heb een rationele tussenstap nodig om mij een voorstelling te kunnen maken over hoe een ander zich voelt, wat deze ander ervaart en/of (misschien) van mij nodig heeft. Dit is nu heel actueel in verband met een ernstige ziekte bij een van mijn naaste contacten. Het intuïtief aanvoelen van hoe ik met deze belangrijke ander om moet gaan werkt bij mij niet goed. Ik heb inlevingsvermogen genoeg, denk ik. Ik kan daar zelfs heel erg ver in gaan en me erin verliezen. Aan het uitwisselen van de existentieel eenzame beleving van het naderend levenseinde waag ik mij niet (denk er wel veel over na, hoe dat moet zijn). Voor de onzekerheid over levensverwachting en – kwaliteit geldt hetzelfde. Maar bijvoorbeeld om aan de kleinkinderen te moeten vertellen dat je ongeneeslijk ziek bent: het drama dat daarop kan volgen, het verdriet van die kwetsbare kleinkinderen. Moet je hen dan sparen door het niet te vertellen? Nee, want ze komen er toch wel achter en dan is het misschien veel moeilijker. Het leven verandert direct: de ziekte bestaat, wordt een nieuwe (ongewenste) werkelijkheid en geeft een andere dimensie aan het contact. Toen ik deze laatste gedachtereeks deelde met degene die in die situatie zat, werd dat opgevat als ongewenst advies. En dat was helemaal niet zo. Moet ik dat nu uitleggen (dat maakt het moeilijker, denk ik), of bij de ander laten? Ik heb de autistische neiging om van de ander duidelijkheid te krijgen over wat deze van mij verwacht, maar ook om deze duidelijkheid uitputtend te willen geven…. Een vroeger vriendje van mij noemde dat ‘dood praten’. Dus dit verschil in perceptie maar loslaten? Is dat erg?

En dergelijke situaties, waarin mijn echt goedbedoelde manier van ‘verbinding’ zoeken, niet wordt opgevat zoals ik het bedoel, brengen mij in grote verwarring (en soms wanhoop). Waarom word ik niet begrepen, wat doe ik verkeerd en waarom stopt de doorstroom van het samen delen van gedachten, gevoelens, overwegingen enzovoorts? Ik heb dat vooral met familieleden. Dat was vroeger al zo en dat blijkt nog steeds zo te zijn. Zodra zoiets zich voordoet, voel ik me niet alleen verkeerd begrepen, maar ook afgewezen en miskend. En dat komt het: mijn overtuiging van niets waard te zijn wordt opnieuw met overtuiging gevoed. Een dramatisch mechanisme dat ik maar niet weet te doorbreken.

Ik loop telkens weer aan tegen een total loss als blijkt dat iemand ‘mij niet ziet zitten’. Daar hoef ik geen familie voor te hebben, het kan ook iemand uit de buurt zijn (daar heb ik ook al eens over geschreven). Als ik niet kan volgen waarom iemand mij niet ziet zitten, dan heb ik daar heel veel verdriet van. Het veel gekregen advies om dat dan bij de ander te laten, kan ik niet opvolgen. Rationeel wel, een poosje, maar het blijft knagen. En dan kom ik weer terug bij die verdoemde behoefte aan bevestiging. Zowel bij tv-series als bij mensen: als ik het niet krijg dan zak ik in de put. En dat is kut (excusez…).

En wat is voor mij dan de verbinding waar ik behoefte aan heb? Bestaat die niet, zoek ik naar een illusie? Of is verbinding niet het aanvoelen en mee-resoneren met mijn gepieker en onzekerheden, maar daar juist iets tegenover stellen? Of is dat weer therapie? Intussen heb ik met een paar fijne vrienden over dit onderwerp gesproken: daar ervaarde ik zeker een warme verbinding. Zij zijn anders dan ik, kunnen naar mij kijken en mij teruggeven hoe ik naar mezelf en naar anderen kijk. En me gewoon respecteren en niet afwijzen.
En dat helpt mij dan weer op weg:

Wanneer leer ik nu eindelijk toch eens dat de basis voor alle contact rust in het ervaren van verbinding met een zelf; waarom beklijft dat inzicht toch niet? Oh, Nico, wat heb jij mij daar vaak op gewezen. De zegeltjestraining die je mij aanraadde is allang weer weggezakt. Ik zou deze moeten verversen en aanvullen. Terug naar mijn zelf, mijn kompas. Ja, dat vraagt speurwerk, maar is te trainen. En zodra ik dat ervaar – mijn onderbuik – geef mezelf dan een grote pluim (of zegel). En, ik ben uniek, zoals iedereen! Wat is het toch moeilijk om te vertrouwen op mijn authenticiteit, waarom koester ik het niet en ben ik er zuinig op???

Feit is wel, dat als ik in zo’n stemming ben van afgewezen en niets waard, dat ik dan geneigd ben om dan gelijk ook maar alles van mij en wat ik doe en beteken, niets waard te vinden. Dan vind ik mijn aandeel in alles waar ik mee bezig ben en waar ik me mee verbonden voel (bijvoorbeeld bepaald vrijwilligerswerk) waardeloos. Terwijl ik daarin vaak juist zingeving zoek (en op goeie dagen: vind). Zonde van de tijd en van de lol van het leven. Rationeel, dan.

En dat ik – door dit uit te schrijven – toch weer een beetje tot mezelf kom. Paradoxaal genoeg wordt mij duidelijk dat verbinding en nabijheid niet in gelijksoortigheid en gelijkvormigheid zitten, maar in wederzijds respect. Dat loslaten ook een kenmerk kan zijn van verbondenheid: de ander in zijn of haar waarde laten, maar wel in gesprek blijven. Dat maakt het leven juist boeiend, elk mens is uniek en daar een beetje van profiteren en soms leren, is ook een (verrijkende) uitdaging. Maar ja, mij moet je zoiets herhaaldelijk vertellen (of ik moet er na lang gepieker zelf uitkomen). Blijven trainen, Miek!

Gaat ‘ie zo weer een beetje?


Terug naar blogs